Toppers van Transdev: Wim

“Lief voor hem zijn, hij is een held in dit bedrijf,” lacht één van de chauffeurs op de Connexxion-vestiging in Haarlem vlak voordat Wim als volgende ‘Topper van Transdev’ wordt geïnterviewd. Dat Wim een graag geziene verschijning is onder de chauffeurs en leidinggevenden wordt snel duidelijk als de één na de ander hem aanschiet om een praatje te maken. “Dit is nou het leuke aan mijn werk, zo veel mensen ontmoeten. Het is dan ook voor mij de uitdaging om voor hen de juiste dingen te doen,” zegt hij trots.

“De veiligheid voor de chauffeurs staat voor iedereen voorop. Vandaar dat we nu heel druk bezig zijn met laten installeren en testen van verschillende soorten schermen om te zorgen dat de chauffeur een veilige ruimte heeft om te werken."


En voor die uitdaging zit Wim op de goede plek, want hij is secretaris in de ondernemingsraad van Connexxion OV, de grootste OR van Connexxion. Samen met de andere OR-leden is hij een belangrijke verbindende factor tussen de chauffeurs en de directie. Naast zijn werk als OR-secretaris is hij bij veel chauffeurs in de omgeving ook een bekend gezicht door zijn werk als Medewerker Exploitatieve Reserve (MER) voor de Haarlemse vestiging van de concessie Amstelland Meerlanden. “Ik begon als chauffeur in 2006 en twee jaar later werd ik MER. In die jaren heb ik heel veel goed contact met collega’s opgebouwd en toen ik werd gevraagd om naast dat werk een functie te bekleden in de ondernemingsraad, leek me dat een mooie kans om deze collega’s te vertegenwoordigen. Dat doe ik inmiddels al twee termijnen, dus zo’n 8 jaar.”

De ondernemingsraad moet worden gezien als een adviesorgaan richting de directie, maar ook een vraagbaak voor chauffeurs. Ze hebben een belangrijke rol in de besluitvorming als het gaat om bijvoorbeeld de aanschaf van nieuwe bussen of verhuizingen en reorganisaties binnen het bedrijf. “Daarnaast hebben we ons onder andere sterk gemaakt voor de inbouw van de zogeheten ‘frontzichtcamera’s’ op de bussen en hebben we een grote rol gespeeld in het opzetten van voorkeursrouleringen. Zoals bij veel dingen is het in dit werk ook veel geven en nemen, maar er wordt veel bereikt.”

Maar misschien wel één van de belangrijkste punten op de OR-agenda blijft de continue strijd die ‘rijtijd’ heet, een ontzettend lastig onderwerp. “We doen ons best om te zorgen dat de het met de rijtijden goed zit, maar het is een lang en moeilijk traject. De verschillende rayoncommissies doen voorstellen qua verbeteringen in de rijtijden en leggen het vervolgens voor aan ons, de OR, wanneer ze er niet uitkomen met hun overlegpartner. Jaarlijks worden er in maart rijtijdmetingen gedaan, maar de opdrachtgever geeft pas in augustus of september een eventueel akkoord. Vervolgens kunnen de nieuwe rijtijden pas in december ingaan, je loopt dus altijd meer dan een half jaar achter de feiten aan.”

In de afgelopen weken waren er echter hele andere zaken die de aandacht van Wim en zijn OR-collega’s op hebben geëist. “Toen de coronamaatregelen werden ingevoerd, moesten wij snel schakelen met alle partijen om te zorgen dat er een goed aangepast dienstenpakket kwam te liggen,” vertelt hij. “Dat betekende dat ook wij ‘op afstand’ moesten overleggen, iets wat gelukkig technisch gezien goed kan. Al heeft een persoonlijk overleg wel mijn voorkeur, dat is toch makkelijker.” Ook wat betreft de oplossingen en aanpassingen in de voertuigen om de chauffeurs te beschermen, speelt de OR een belangrijke, adviserende rol: “de veiligheid voor de chauffeurs staat voor iedereen voorop. Vandaar dat we nu heel druk bezig zijn met laten installeren en testen van verschillende soorten schermen om te zorgen dat de chauffeur een veilige ruimte heeft om te werken. Hier zal echter ook nog goedkeuring van het RDW en RIVM voor moeten komen en het zal in het veiligheidsoverleg tussen werkgever en de vakbonden nog verder worden besproken en uitgewerkt. Dat is nu ons grootste aandachtspunt.”