Toppers van Transdev: Ruben & Gérard

Of het nu gaat om leerlingenvervoer in onze taxi’s, forenzen in onze treinen, dagjesmensen in onze bussen of patiënten in onze ambulances; voor Transdev staat vrijwel alles in het teken van vervoer. Maar sinds dit jaar heeft een gespecialiseerd team van Witte Kruis de regie over een wel heel bijzonder soort transport: het orgaandonatievervoer. Onze nieuwste Toppers van Transdev Ruben de Gram (manager orgaandonatievervoer) en Gérard Fortier (teamleider regio Zuid en coördinerend chauffeur) vertellen over hun werk in dit team. “We zijn een klein bedrijfsonderdeel binnen Witte Kruis, maar wel één met een heel complexe operationele uitvoering.” 

Een nieuwe uitdaging

Ruben is al zo’n 14 jaar actief in het orgaandonatievervoer. Via zijn werk als ambulancemonteur kwam hij in aanraking met orgaantransportwagens en later reed hij zelf als chauffeur voor het orgaandonatievervoer. Uiteindelijk is Ruben samen met Gérard een orgaandonatievervoer-bedrijf gestart in Nijmegen. Dat bedrijf is onder hun leiding uitgegroeid tot een team met meerdere voertuigen en chauffeurs. Voor Witte Kruis is het orgaandonatievervoer een nieuwe uitdaging, waar heel specifieke kennis en ervaring voor nodig is. Vandaar dat ervoor werd gekozen niet het wiel opnieuw uit te vinden, maar de specialismes van Ruben en Gérard te benutten. “Toen Witte Kruis de aanbesteding voor het orgaandonatievervoer in West- en Zuid-Nederland won, ben ik in contact gekomen met Marcel van Pijkeren (commercieel directeur Witte Kruis),” vertelt Ruben. “Met het in dienst nemen van alle werknemers uit de regio Zuid en het overnemen van enkele voertuigen beschikte Witte Kruis direct over de benodigde kennis en een deel van de middelen.”

Als manager orgaandonatievervoer is Ruben verantwoordelijk voor veel aspecten in de orgaandonatieketen: “ik bewaak alle processen, stuur bij waar nodig, hou systemen up-to-date en onderhoud contacten met stakeholders. Maar ook kwaliteitsverbetering, innovatie en wet- en regelgeving zijn dagelijks aan de orde.” Hij vervolgt: “orgaandonatievervoer is zo veel meer dan alleen van A naar B rijden. Het is een logistieke puzzel die elke keer weer in elkaar moet vallen. En dit gaat niet zonder de inzet van de ‘eerste chauffeurs’, zoals hij,” zegt Ruben, met zijn hoofd knikkend richting Gérard. Gérard legt op zijn beurt uit wat zijn rol is: “een eerste chauffeur is deels coördinator en deels chauffeur. Wij staan continu in contact met betrokken partijen en verzorgen ritopdrachten en de planning. Eerste chauffeurs zijn dag en nacht oproepbaar in een piketrooster en hebben dan ook hun voertuig thuis voor de deur staan.”

"We hebben de mogelijkheid om een hart kloppend te vervoeren”

Een orgaandonatieprocedure kan opgestart worden als duidelijk is dat iemand hersendood is of een ‘infauste prognose’ heeft en op de IC ligt, natuurlijk alleen als er toestemming is van de donor zelf of van de familie. “Op dat moment komen wij in actie,” vertelt Gérard. “De eerste chauffeur, ook wel coördinerende chauffeur, krijgt van de ODC een seintje als er een orgaandonatieprocedure opgestart wordt. Een chauffeur brengt dan de ODC naar het betreffende ziekenhuis. Vervolgens worden er onderzoeken opgestart naar de donor en zijn/haar organen. De orgaandonatiecoördinator (ODC) coördineert dat proces vanuit het ziekenhuis waar de mogelijke donor ligt. De ODC meldt de organen die geschikt zijn voor transplantatie aan bij Eurotransplant, een organisatie die uitzoekt welke patiënt op de wachtlijst medisch het meest geschikt is om een bepaald orgaan te krijgen. De coördinerend chauffeur zorgt ervoor dat de juiste chauffeurs uit het team ingezet worden met ieder een eigen taak.” Als de orgaanuitname gepland staat, wordt een Zelfstandig Uitnameteam (ZUT) ingeschakeld. Deze specialisten worden opgehaald vanaf uiteenlopende locaties en beschikken in het voertuig over vrijwel alle benodigdheden om organen uit te nemen. “Het enige dat ze nodig hebben is een operatiekamer.”

Als ook hart- en/of longdonatie plaatsvindt, komt een apart operatieteam uit het ziekenhuis van de ontvanger dat deze organen zelf uitneemt en meeneemt naar het transplantatiecentrum. “We hebben zelfs de mogelijkheid om organen aan te sluiten en te vervoeren op zogeheten perfusiemachines om de kwaliteit van het orgaan hoog te houden,” vertelt Ruben. “Dan vervoer je dus bijvoorbeeld een kloppend hart.” Na de uitname-operatie worden de organen verpakt en naar het transplantatiecentrum van de ontvanger vervoerd. “Procedures lopen vaak wel 48 tot soms zelfs 72 uur. Er komt zoveel bij kijken.” Gérard vult aan: “Bij een procedure zijn soms wel elf auto’s met chauffeur nodig. We hebben totaal 17 wagens, in de herkenbare striping van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). Dat moet ook wel, want regelmatig lopen er twee of meer procedures tegelijk. Landelijk zijn er zo’n 320 donatieprocedures per jaar, wij hebben er in de regio Zuid gemiddeld twee per week. Maar dat kunnen er ook dagen geen zijn en dan ineens drie op één dag.”

"Je krijgt de kans iemands laatste wens te vervullen"

“Procedures die dagen duren. Dag en nacht klaar staan en soms uren wachten. Maar liefst 60 tot 100 mensen die betrokken zijn per donatie. Internationale samenwerkingen, omdat donor-organen ook uit het buitenland kunnen komen of daarheen gaan. Meer dan 100 telefoontjes per procedure... Het is écht een specialisatie,” besluit Ruben. “Het is heel erg belonend om samen met mijn collega’s te zorgen dat die logistieke puzzel elke keer weer in elkaar valt. Maar het meest bijzondere is dat je daadwerkelijk de kans krijgt om iemands laatste wens te vervullen. Een wens die mogelijk weer een hele mooie start is voor iemand anders. Dat is waar we het voor doen.”