Toppers van Transdev: René

“Toen ik halverwege mei een telefoontje kreeg van mijn leidinggevende dat we per 1 juni weer aan de slag mochten, kon ik mijn blijdschap en emoties moeilijk bedwingen. Ik was zo gelukkig als een kind, ik stond te dansen in de huiskamer,” zegt René lachend. Het is half maart als de uitzendkrachten bij onder andere Connexxion te horen krijgen dat ze voorlopig even geen bus zullen gaan besturen. Het is het begin van de coronacrisis en met een terugval van zo’n 90% in het aantal reizigers was er gewoonweg geen werk voor ze.

“Ik dacht nog goed te zitten met zo’n vitaal beroep, maar dat duurde maar een dag helaas. Toch begrijp ik het wel, het is een logische beslissing geweest van het bedrijf.”


René is één van de vele chauffeurs die het afgelopen jaar de Connexxion-gelederen versterkt hebben. In september 2019 is hij begonnen in de regio Haarlem-IJmond. “Ik wilde heel graag in dit gebied werken,” zegt hij, zittend in het zonnetje buiten het pauzeverblijf in IJmuiden. Hij wijst tussen twee flatgebouwen door naar een gebouw in de verte. “Daar woon ik sinds kort. Het leek me fantastisch om dit werk te doen in de omgeving waar je woont, de omgeving die je kent. En dat is niet tegengevallen.”
 
Na een half jaartje rijden op de bus, veranderden de dagelijkse bezigheden toch wel een beetje. “Ik reed net lekker relaxed rond eigenlijk. Ik kende de haltes, de lijnen, de routes. Het voelde echt vertrouwd.” Toen kwamen de coronamaatregelen, zoals het kettinkje om de chauffeur te scheiden van de passagiers. “Dat was even wennen. Ineens minder contact met de reizigers, minder praatjes met de gezellige mensen voorin.” Ook merkte René dat er misbruik werd gemaakt van de situatie: “ik ben allergisch voor zwartrijders, dus als iemand vervolgens niet wil betalen voor z’n reis ‘omdat er geen kaartverkoop is’, dan schiet dat wel verkeerd.” Maar de chauffeur kreeg niet lang de tijd om hier echt aan te wennen, want al snel kreeg hij te horen dat hij als uitzendkracht voorlopig niet ingezet zou gaan worden. “Dat was een flinke klap. Ik ben al eerder goed werk verloren door faillissement van een werkgever en doordat ik zelf ziek werd, dus ik zag de bui al hangen. De onzekerheid op dat moment is heel zwaar.”
 
“Het doet wat met je, dat thuis zitten,” zegt de normaal goedlachse René nu serieus. “Mijn man werkt in de zorg, dus ik heb 9 weken lang heel veel alleen thuis gezeten omdat hij het drukker had dan ooit.” Het nuttig invullen van de dagen bleek dan ook de grootste uitdaging. “Waar veel mensen de coronaperiode gebruikten om hun huis eens goed onder handen te nemen, zat ik in een huis dat even daarvoor al helemaal ‘af’ was gemaakt. Gelukkig ben ik heel sportief en heb de tijd veel gebruikt om mijn gezondheid op peil te houden. Sowieso erg belangrijk met dit beroep, want veel beweging krijg je niet als buschauffeur tijdens je werk.” René is ook erg te spreken over de communicatie van het management tijdens deze periode: “ik werd wekelijks gebeld met de vraag hoe het met me ging. Ook kreeg ik regelmatig updates via de mail en was er ook goed contact met de leden van de rayoncommissie, die zich sterk maakten voor ons.” Het toeval wil dat uitgerekend op dat moment één van de betreffende RC-leden, Alwin, komt aangereden. “Iedereen denkt er hetzelfde over: de uitzendkrachten zijn net zo goed deel van de chauffeursgroep als ieder ander,” zegt Alwin vanuit z’n opengeschoven raampje.
 
René is blij dat het thuis zitten in onzekerheid voorbij is. “Ik had echt geen beter nieuws kunnen krijgen.” Op 1 juni is hij weer aan de slag gegaan, de dag dat ook de mondkapjesplicht is ingegaan. “Ik had mezelf er een beetje op ingesteld dat de sfeer onder de reizigers misschien wat grimmiger zou zijn, maar dat viel gelukkig mee. Maar net als voor mij is het voor de reizigers ook nog even wennen aan de mondkapjes. Mijn allereerste passagier in maanden stapte zonder mondkapje mijn bus in, waarop ik hem vertelde dat hij op die manier niet mee mag reizen. Wonderbaarlijk genoeg kwam er toen ineens een mondkapje uit z’n zak tevoorschijn,” lacht René. “En daar geniet ik zo van, geen dag is hetzelfde in dit mooie werk.”