Toppers van Transdev: Edwin

Op het terrein van Breng in Arnhem is het één en al bedrijvigheid. Chauffeurs rijden hun (trolley)bussen de remise uit, voertuigen worden schoongemaakt door het Cleanteam en in de enorme werkplaats houden de technici het materieel in topconditie. Maar achterin die werkplaats, ietwat verstopt, is er nóg een heel belangrijk team actief: de specialisten van Voertuigperiferie (VTP). “Een mooi woord voor randapparatuur,” zegt Edwin Koldenhof, manager voertuigperiferie, lachend. “Chipkaartlezers, het omroepsysteem, de ticketbox, aansturing van verkeerslichten en nog veel meer; wij zorgen ervoor dat alles goed werkt.” 

"We zijn de enige vervoerder met een VTP-afdeling op deze schaal"

“Na mijn IT-opleiding ben ik gaan werken voor onder andere IBM en de Belastingdienst, maar het werk dat ik daar deed voelde al snel ‘voorgekauwd’. Ik wilde zelf creëren, nieuwe ideeën en oplossingen bedenken en implementeren,” vertelt Edwin. “Die kans kreeg ik bij Thales, het IT-bedrijf dat het OV-chipkaartsysteem in Nederland heeft opgezet. Bij dat laatste project heb ik veel ervaring opgedaan en vanuit die rol ben ik ook sterk betrokken geweest bij de implementatie van InfoXX, het communicatiesysteem dat buschauffeurs gebruikten om hun ritten en rijtijden te zien en bijvoorbeeld te communiceren met het regiecentrum.” De specifieke kennis die Edwin in die tijd heeft opgedaan, kwam goed van pas toen hij in 2013 de overstap maakte naar Connexxion en Transdev. “Ik ben begonnen bij IT, Voertuigperiferie bestond toen nog niet. Destijds was er vooral niet genoeg structuur in onze samenwerking met verschillende leveranciers van randapparatuur, dus dat bood een mooie uitdaging. Uiteindelijk hebben we in negen maanden het VTP-team opgezet, waar ik veel tijd en energie in heb gestoken. Het voelt dan ook echt als mijn kindje,” zegt Edwin, zichtbaar trots.  

“Inmiddels bestaat het team uit zo’n 15 mensen. We zijn de enige vervoerder in het land die op deze schaal een VTP-afdeling heeft,” vervolgt Edwin. “Waar andere vervoerders veel van dit werk uitbesteden en zo afhankelijker zijn van bijvoorbeeld leveranciers, houden wij de regie zelf in handen. Zo ondersteunen we het ROV en andere werkplaatsen met onze gespecialiseerde ‘qualifiers’, voeren we zelf reparaties uit in deze workshop en hebben we eigen ‘engineers’ die de kwaliteit van de installaties in onze voertuigen waarborgen. We ontwikkelen zelfs onze eigen hardware, waarmee we unieke dingen doen binnen de OV-markt.” 

Dat vrijwel alles op het gebied van randapparatuur in eigen huis plaatsvindt, wordt direct duidelijk als je de kleine, maar goed uitgeruste werkplaats binnenkomt. Een rij ticketboxen (de vervangers van het InfoXX-systeem) staat op een werkbank, stuk voor stuk opengemaakt alsof ze wachten op een chirurgische ingreep. Een technicus plaatst een beveiligingschip in de aan zijn laptop gekoppelde chipkaartvalidator. In het midden van de werkplaats is een compleet ‘bus-brein’ te vinden; een paneel met alle elektronica die nodig is om de randapparatuur te testen en in te regelen zonder dat er een daadwerkelijke bus in de werkplaats geparkeerd hoeft te worden. “Onze taak is om alle systemen te onderhouden en waar nodig storingen op te lossen. Niet alleen zodat chauffeurs hun werk goed kunnen doen, maar ook omdat de kassa’s moeten blijven draaien,” legt Edwin glimlachend uit, terwijl hij knikt richting een plank vol opgestapelde pin-apparaten.  

"Veiligheid staat voorop"

Het onderhouden van de bestaande systemen is erg belangrijk, maar Edwin en zijn team zijn ook volop gericht op de toekomst. "Vooral op het gebied van nieuwe betaalmogelijkheden in het openbaar vervoer staat ons en de reiziger veel te wachten,” vertelt Edwin enthousiast. “Denk hierbij aan OVpay, een landelijk project waarbij de komende jaren allerlei nieuwe betaalmethodes worden geïntroduceerd. Een voorbeeld hiervan is het kunnen inchecken met je betaalpas of smartphone, iets dat inmiddels al op meerdere plekken mogelijk is. Onze apparatuur is hiervoor al grotendeels geschikt, maar veiligheid staat voorop. Vandaar dat we in de apparatuur een speciale chip inbouwen die ervoor zorgt dat de transactie met de bank van de reiziger via een beveiligde verbinding verloopt.”

Een ander project waar Edwin zichtbaar enthousiast over is CBIOT. Dat klinkt heel ingewikkeld, maar het principe is volgens hem vrij simpel: “steeds meer apparaten zijn verbonden met internet en wisselen gegevens uit om snel, slim en efficiënt te functioneren. Dit wordt ook wel Internet of Things genoemd. Wij hebben daar Connected Bus voor gezet. We willen bussen ‘slimmer’ maken, met als uiteindelijke doel een remote controlled bus. Maar geen zorgen,” vervolgt hij lachend, “remote controlled betekent in dit geval niet dat we de bus op afstand gaan besturen, maar dat we deze op afstand willen kunnen áánsturen. Het zou dan mogelijk zijn om vanuit een centraal punt apparatuur te updaten en storingen op te lossen. We zouden zelfs de apparatuur in bussen, zoals de ticketbox en kaartlezers, alvast op afstand kunnen opstarten zodat een chauffeur meteen weg kan rijden.”

Als Edwin terugkijkt op het begin van zijn carrière bij Transdev, kan hij niet anders concluderen dat er grote stappen voorwaarts zijn gemaakt: “toen ik hier binnenkwam, was het vaak een kwestie van spreekwoordelijke brandjes blussen. Maar sindsdien hebben we met z’n allen veel geleerd en hard gewerkt om te komen waar we nu staan: een efficiënte VTP-afdeling met veel kennis en ervaring. En daar ben ik erg trots op!”