Toppers van Transdev: Bart Kraaijvanger
Als het tegenwoordig in een aanbesteding nog geen harde eis is, is het op zijn minst een dwingende wens: Zero Emission (ZE)-voertuigen, voertuigen zonder schadelijke uitstoot. De elektrische bussen, elektrische aflosauto’s en waterstofbussen zijn dan ook niet meer weg te denken uit het straatbeeld. Toch is het pas zo’n vijf jaar geleden dat binnen Transdev de eerste grote elektrische busvloot in Eindhoven de weg op ging. Als je bedenkt dat het op dat moment de grootste elektrische busvloot van Europa was, kun je je wellicht voorstellen wat een enorme uitdaging dat geweest moet zijn. Bart Kraaijvanger, nu manager van het ZE-programma, stond met zijn team aan de wieg van het project: “het was nog nooit gedaan, pers van over de hele wereld stond in de rij. We hadden echt een primeur!”
“Van de ene op de andere dag gingen de dieselbussen naar binnen en ging een complete elektrische vloot de weg op"
Toen Bart zijn HTS-opleiding Autotechniek voltooide, had nog vrijwel niemand van ‘Zero Emission’ gehoord. Hij was van plan de wijde wereld in te gaan, maar werd eigenlijk vrijwel direct het familiebedrijf ingetrokken: een taxibedrijf in Nijmegen. “Hier heb ik een tijd lang orde op zaken gesteld wat betreft automatisering. Het was een tijd waarin alle bedrijfsvoering nog op papier werd gedaan toen computers hun intrede maakten. Het was best lastig om bijvoorbeeld mijn vader hierin mee te krijgen, maar uiteindelijk heb ik het toch op poten kunnen zetten. Op dat moment dacht ik alsnog de wijde wereld in te kunnen trekken, maar het liep toch anders,” vertelt Bart lachend. Sterker nog, Bart bleef toch in het familiebedrijf werken. Er diende zich namelijk een mooie kans aan toen het taxibedrijf in 1995 werd overgenomen door Hermes. “Hermes was toen net nieuw gevormd uit een fusie tussen Zuidooster en VSL en wilde graag gebruik maken van onze taxi-expertise. Ik moest echter, om als zoon van de taxi-baas scheve gezichten te voorkomen, op een soort audiëntie komen bij de directrice van Hermes. Dat ging goed, ik mocht blijven en werd directeur van ons voormalig taxibedrijf,” legt Bart glimlachend uit.
Een paar jaar later kreeg hij een aanbod: “of ik Hoofd Rol- en Vastgoed, oftewel manager van het wagenpark wilde worden. Hier vielen Taxi, Tour en OV onder. Best spannend, voelde toch wel als een stap terug vanaf directeur. Toch ben ik erg blij dat ik het heb gedaan, het heeft me gebracht waar ik nu ben.” Uiteindelijk werd Hermes opgenomen onder de Connexxion-paraplu en lag de volgende kans in het verschiet voor Bart: “In 2007 werd ik Vlootmanager bij Connexxion, waar dus ook het wagenpark van Hermes onder viel en daarna volgde nog verschillende andere functies binnen het bedrijf.” In 2014 werd Bart ‘Manager Fleet & Facilities’ en in deze rol kwam hij met zijn team pas echt in aanraking met het fenomeen ‘Zero Emission’. Iets dat al jaren bestond maar in het OV nog niet noodzakelijk genoeg was, bleek de jaren daarop uit te groeien tot een enorm project: de implementatie van 43 elektrische VDL’s in Eindhoven. “Omdat we de eersten waren die dit op zo’n grote schaal gingen ondernemen, moesten we bij wijze van spreken het wiel nog uitvinden. Van het aanpassen van chauffeursdiensten op de laadstrategieën en het zo efficiënt mogelijk inrichten van de laadinfrastructuur, tot het overleggen met meerdere busfabrikanten en opdrachtgevers. Het was een flinke klus.” Al die inspanningen leidden tot een zenuwslopend hoogtepunt in december 2016, de dag dat de bussen voor het eerst massaal tegelijk in dienst werden genomen. “Je moet je voorstellen dat we letterlijk van de ene op de andere dag de dieselbussen naar binnen hebben gehaald en een complete elektrische vloot in gebruik hebben genomen. Er lag een grote druk op, maar het is gelukt,” vertelt Bart trots. Als eerste Europese land met een vloot van 43 elektrische bussen gaan rijden; een mooi voorbeeld van waar een klein land groot in kan zijn.
"Tot nu toe krijgen we het steeds voor elkaar"
Lang tijd om bij het succes stil te staan was er niet, want vrij snel na Eindhoven stond de volgende concessie alweer klaar om de stap naar Zero Emission te maken: Amstelland-Meerlanden. Met zoveel opgedane kennis en met nog zoveel voor de boeg, werd in 2017 besloten een speciaal ZE-team op te zetten, waarvoor Bart werd gevraagd als manager. “Ik twijfelde. Ik stuurde tot dan toe een grote club aan en ineens zouden we dan voor de taak staan om met een klein groepje specialisten iets nieuws op poten te zetten. Maar toen ik op een dag op het toilet op de scheurkalender keek, was ik eruit. Ik scheurde de pagina af en gooide hem de volgende dag op het bureau van mijn leidinggevende. Wat er op de kalenderpagina stond? ‘Fuck it, ik ga het doen!’” Bart denkt lachend terug aan het moment. “Sindsdien zijn we met een groep van vijf mensen aan de slag gegaan om op meerdere plekken in het land uitstootloze voertuigen in gebruik te gaan nemen. Inmiddels hebben we veel geleerd en veel meegemaakt, van onverwachte bodemverontreiniging tot gedoe met vergunningen. Maar tot nu toe krijgen we het steeds voor elkaar.”
"Dit is de toekomst!"
In de afgelopen jaren is het Nederlandse ZE-team uitgegroeid tot centraal punt van kennis voor andere Transdev-landen. “In sommige landen, zoals Zweden en Duitsland, begint de opmars van ZE-voertuigen nu ook echt. Je merkt in andere landen dat ze ons nauwlettend in de gaten houden en toch regelmatig vragen om kennis te delen. We maken met ons team onderdeel uit van het ZE Team van ons hoofdkantoor in Parijs en zijn er trots op dat we een bron van inspiratie en informatie kunnen zijn.” En niet alleen binnen het bedrijf is er interesse voor de verrichtingen van het ZE-team. Zo werd Bart recentelijk nog uitgenodigd om een training te geven over Zero Emission op een evenement van The International Association of Public Transport, bekend als de UITP.
“Inmiddels is de techniek bewezen betrouwbaar en heel goed in te zetten in ons vakgebied,” legt Bart uit. “Het is dan ook niet gek dat is besloten dat vanaf 2025 alle nieuwe bussen uitstootvrij moeten zijn. Sterker nog, vanaf 2030 moeten alle bussen op de weg voldoen aan de Zero Emission-normen. De techniek is ook nog steeds continu in ontwikkeling, dus er zit nog veel moois aan te komen. Dit is de toekomst!”