Reactie op artikel in De Telegraaf: "Ontslaggolf in OV komt eraan"
Onze CEO Pier Eringa heeft afgelopen vrijdag in een update aan medewerkers eerlijk geschetst waar Transdev Nederland staat. Door de coronacrisis zijn de reizigersaantallen enorm gedaald. Dit zien we in de hele ov- en taxisector. Iedereen werd maandenlang verzocht het openbaar vervoer alleen te gebruiken voor noodzakelijke reizen.
Inmiddels mag het OV weer voor alle reizen gebruikt worden. We zien dat 45% van de reizigers ten opzichte van 2019 ons weer weet te vinden. Dit verschilt wel per regio. In gebieden waar normaal veel toeristen en forensen reizen, zien we een grote teruggang. In alle regio's gaat het waarschijnlijk nog jaren duren om weer het niveau van 'voor Corona' te bereiken. Thuiswerken en video-conferencing hebben een blijvende impact. Ook is het onbekend hoe het herstel van het toerisme zal verlopen. De prognoses geven aan dat het nog wel een paar jaar kan duren voordat we weer op de reizigersaantallen zitten van begin dit jaar. Terwijl de toezeggingen van de overheid eind 2020 aflopen.
Ook ons taxionderdeel, met name gericht op zorg- en leerlingenvervoer, kreeg een klap de afgelopen maanden. Het taxivervoer kwam vrijwel geheel stil te liggen. Inmiddels rijden we weer zo’n 50% van onze ritten. Maar ook hier weten we, vanwege voorzichtigheid van reizigers in risicodoelgroepen en zorgconsulten die telefonisch of digitaal worden gedaan, niet wanneer we het aantal ritten weer zien groeien tot het niveau van begin 2020. En of we dit niveau überhaupt gaan halen. Voor de korte termijn hebben wij goede afspraken gemaakt met onze opdrachtgevers over compensatie. In zorgvervoer is het nodig dat er, samen met de overheden, gekeken wordt naar de periode na de zomer om continuïteit te waarborgen.
Wij zijn vanaf het begin van deze crisis in goed en nauw overleg met onze opdrachtgevers in het OV. Door juist nu meer te investeren in OV kunnen we proberen een grote vermindering van het voorzieningenniveau tegen te gaan. Als bedrijf zetten wij stevig in op de Zero-Emissie transitie, met onze waterstofbussen en elektrische bussen en taxi’s. Dit is uiteraard kapitaalintensief en vraagt dus om zekerheid. Ook voor de continuïteit van onze dienstverlening is snel zekerheid nodig. Om de dienstregelingen voor 2021 gereed te hebben, moeten er deze zomer al goede afspraken komen tussen Rijk, vervoerregio’s, provincies en vervoerders.
Die zekerheid is er nu niet. Pier Eringa schreef in zijn brief aan medewerkers: ‘Zolang we geen duidelijkheid hebben, moeten we ook rekening houden met onvoldoende compensatie en/of geen terugkeer van alle reizigers op korte termijn. Daarom bereiden we verschillende scenario’s voor, waarbij het leveren van minder dienstverlening echt tot de mogelijkheden behoort. We kunnen niet zoals 'voor corona' blijven rijden als de reizigersaantallen en -ritten, en daarmee onze inkomsten, achterblijven. En een lager voorzieningenniveau betekent ook dat we rekening moeten houden met het inkrimpen van het aantal arbeidsplaatsen, in de uitvoering en de ondersteuning’.
Mobiliteit betekent voor veel mensen vrijheid. Voor een deel van onze reizigers is openbaar vervoer of taxivervoer de enige mogelijkheid om te reizen. Naar school, werk, dagbesteding, ziekenhuis, dagje uit of familiebezoek. Mobiliteit verbindt mensen. We zijn tenslotte niet zomaar aangemerkt als vitale sector. Minder collectief vervoer zal ervoor zorgen dat de wegen en steden zullen dichtslibben. Bovendien zullen veel mensen hun baan verliezen. We hopen van harte dat dit scenario geen werkelijkheid wordt. En dat we onze reizigers allemaal snel weer mogen verwelkomen.